Dokter Norman Vincent Peale schreef in 1952 een bestseller: “The Power of Positive Thinking”. Dit boek was een van de eersten die pleitte voor de kracht van positief denken: ontdoe je van de negativiteit in je gedachten en de dingen zullen zich ontvouwen zoals jij het je inprent. Anders gezegd: verpletter al je zorgen over de obstakels op je pad en de dingen zullen precies zo lopen als je had gehoopt. Het concept was eenvoudig en echt aantrekkelijk: visualiseer gewoon een geweldige job of het perfecte huwelijk en het zal gebeuren.
Positieve bekrachtiging
Onze eigenste Chief Happiness Griet Deca las dit boek als tiener toen ze een bijzonder zwartgallige periode doormaakte en leerde de technieken toepassen van de positieve gedachtenbekrachtiging. In de donkere dagen hielp het haar om het leven (opnieuw) wat rooskleuriger te zien, maar eens de depressie voorbij, begon ze zich vragen te stellen bij deze methodiek.
Vooral omdat Norman Vincent Peale schrijft dat nadenken over valkuilen die je onderweg kan tegenkomen eigenlijk betekent dat ze per definitie zullen verschijnen. En dat je gestraft zal worden voor je pessimisme. Door de manier waarop je denkt, creëer je jezelf en de kwaliteit van je gedachten zet je op weg naar het situeren van geluk in je hoofd.
Daar knelde het schoentje voor onze Chief Happiness, waardoor ze besloot verder op onderzoek uit te gaan naar de kracht van ons gedacht. The Happiness Lab podcast van Dr. Laurie Santos inspireerde haar in deze zoektocht.
De wet van aantrekking
Het idee dat negatief denken je naar beneden kan halen, beperkt zich niet tot de jaren ’50 van vorige eeuw. Ook recentere goeroes kiezen voor dezelfde retoriek. Denk maar aan Rhonda Byrne in haar boek “The Secret” uit 2006. Ze beweerde dat de kracht van positieve gedachten een fundamentele natuurwet van het universum was. Haar theorie werd een favoriet onderwerp in talkshows en, nog belangrijker, ze kreeg het Oprah-keurmerk. In haar boek ontdekken de lezers het geheim om liefde, geluk en zelfs rijkdom in ieders leven te brengen.
Het geheim? De wet van aantrekking. Het betekent dat de energie die je in de wereld steekt altijd naar je terug zal komen denk aan goede dingen en goede dingen zullen naar je toe komen als een magneet. En, zoals Byrne al waarschuwde, wanneer je je zorgen maakt of in angst zit, dan breng je nog meer van dat in je leven.
Optimisme
Zelfs als je de wet van aantrekking niet volledig onderschrijft, zijn velen het ermee eens dat positief denken waarschijnlijk een goede zaak is. Menselijke gedachten werken misschien niet als een magneet, maar een beetje optimisme is ongetwijfeld nog steeds nuttig om onze doelen te bereiken en het lijkt voor de hand te liggen dat te veel negatief denken ons naar beneden kan halen. Maar is dat echt zo?
Ons brein vertelt ons voortdurend wat we moeten doen om gelukkig te zijn. Maar wat als onze grijze massa het mis heeft? Wat als ons verstand tegen ons liegt en ons wegleidt van wat ons écht gelukkig maakt?
Mentale training
Het goede nieuws is dat inzicht in de wetenschap van het verstand ons allemaal weer in de goede richting kan sturen. Exact dat is wat dr. Laurie Santos onderzoekt in The Happiness Lab podcast waarbij ze in episode 7 van het eerste seizoen aanstipt hoe legendarische zwemvedette Michael Phelps zijn tientallen medailles niet enkel bij elkaar zwom door fysieke training, maar ook dankzij mentale training.
Het was trainer Bob Bowman die Phelps aanraadde om zich ook mentaal te laten ondersteunen. Bob leerde Michael een zeer geavanceerde vorm van mentale training, namelijk de kunst van het visualiseren. Deze techniek nodigt uit om jezelf in gedachten te zien doen wat je fysiek in werkelijkheid wil doen: strijden voor een gouden medaille. Zie jezelf in gedachten de race zwemmen en de tijd die je wilt behalen. Zie jezelf zwemmen in het juiste tempo. Maak het zo levendig en gedetailleerd mogelijk waarbij je zoveel mogelijk zintuigen betrekt: hoor het publiek je aanmoedigen, ruik het zwembad, voel het water, …
Leren van ingebeelde gebeurtenissen
Bobs visualisatietechniek is gebaseerd op de nieuwste wetenschap van wat onderzoekers mentale oefening noemen. Een vorm van training die je niet in de fysieke wereld doet, maar in je hoofd. Het blijkt dat het zich levendig voorstellen van een activiteit dezelfde hersencircuits activeert als het ervaren van die gebeurtenis in het echte leven.
Dat betekent dat de geest kan leren van ingebeelde gebeurtenissen, net zoals ons brein leert wanneer we die gebeurtenis echt ervaren. Wetenschappers hebben een aantal slimme experimenten gedaan om aan te tonen dat mentale simulatie invloed heeft op wat we in de echte wereld leren.
Mentale gewenning
Onderzoekers van de Amerikaanse Carnegie Mellon University kwamen tot de conclusie van “het mentale gewenningseffect” nadat hun proefpersonen zich hadden ingebeeld hoe ze eenzelfde handeling dertig keer herhaalden. De ene helft stopte in gedachten dertig keer een muntje in een wasmachine, de andere helft stak dertig keer denkbeeldige M&M’s in hun mond. Na afloop mochten beide groepen naar hartelust echte M&M’s snoepen.
En het laat zich raden: de proefpersonen die dat in verbeelding voordien al deden, aten er veel minder van. De verklaring, dixit het onderzoeksteam, schuilt in het “gewenningseffect”. Wanneer je een bepaalde prikkel maar vaak genoeg krijgt toegediend, al is het maar in je verbeelding, vermindert het effect ervan omdat er gewenning optreedt. “Mentaal eten” voelt dus net echt waardoor je in werkelijkheid minder gaat eten.
Anders gesteld: alleen al het verbeelden veroorzaakt genoeg “zoölogische signalen” dat we een gedrag dat we net in ons hoofd zagen ook in werkelijkheid kunnen leren. En daar vond Michael Phelps een “sweet spot”.
De perfecte race
Op aanraden van zijn trainer Bob Bowman begon Michael Phelps mentale video’s af te spelen van “de perfecte race”. In zijn hoofd speelde hij film na film af van hoe hij elke wedstrijd wint. Deze praktijk zou een belangrijke sleutel moeten worden in aanloop van de Olympische Spelen in Beijing in 2008.
Wat Bowman niet wist, was dat Phelps zich al snel begon te vervelen met al dit “positief denken” en ook mentale races zwom die fout liepen… Niemand kon voorspellen hoe cruciaal deze laatste praktijk zou blijken, meer bepaald tijdens de finale van de 200m vlinderslag voor mannen. Tijdens die race voltrok zich een regelrechte ramp die de grondbeginselen van positief denken danig op de proef stelde.
Michael Phelps stond op het punt om te beginnen aan een van de grootste races uit zijn carrière, de Olympische finale van de tweehonderd meter vlinderslag voor mannen. Als dubbel doel: niet enkel de gouden medaille te winnen maar ook het wereldrecord scherper te stellen. Coach Bob Bowman stond aan het zwembad toen de race plotseling compleet misging. Na de duik merkte Phelps onmiddellijk dat zijn zwembril volliep met water, maar hij wist dat hij niet kon stoppen en zijn bril af kon doen, want dat zou sowieso betekenen dat geen enkel doel behaald zou worden. Tegen dat hij halfweg was, zag hij helemaal niets meer…
Beeld je in dat jij Michael Phelps bent en heel je leven voor dit moment getraind hebt. Telkens je naar de koelkast ging, werd je herinnerd aan “de gouden medaille”. Je offerde alles op voor dit moment en net nu dreigt zoiets banaals als een zwembril roet in het eten te gooien!
Scenario’s voor wat mis kan gaan
Bowman realiseerde het zich niet, maar dankzij Michaels verveling bij al dat positief visualiseren, had Michael ook voor dit soort miskleun een mentale tape… Hij was namelijk verder beginnen denken en ging mentaal aan de slag met alles wat mogelijk zou kunnen mislopen tijdens een zwemwedstrijd. Zo was hij mentaal beginnen oefenen op “blind zwemmen”. Hij ontdekte dat hij in 20 slagen de overkant aan zijn keerpunt was waardoor hij letterlijk kon zwemmen met zijn ogen dicht.
Dit “doemdenken” werd zijn geluk en hij haalde niet enkel de gouden medaille binnen, maar verbeterde ook nog eens het wereldrecord in diezelfde race. Het zou er ongetwijfeld heel anders uitgezien hebben, mocht Phelps enkel met een positieve focus rond zijn winst gevisualiseerd hebben.
Garbage in, garbage out
In feite functioneert je brein als een computer: de input bepaalt de output. Door enkel positief te denken, moet je actief beginnen nadenken om tot oplossingen te komen wanneer je in een minder positieve situatie beland. Door ook negatieve denkbeelden toe te laten, bereid je je hersenen als het ware voor om correct te reageren wanneer de probleemsituatie zich effectief voordoet. Dan kan je dankzij je automatische piloot supersnel schakelen, wat veel minder energie kost en veel efficiënter blijkt. Ondanks wat boekenrekken vol zelfhulpboeken beweren, blijkt dat negatief denken dus echt nuttig is.
Rethinking positive thinking
Nieuw onderzoek begint zelfs aan te tonen dat positief denken dat zich alleen richt op de goede resultaten desastreus dreigt te zijn: hoe positiever mensen denken over de toekomst, hoe minder goed ze het effectief doen volgens professor Otingen, auteur van het boek getiteld “Rethinking Positive Thinking”: “We moeten luisteren naar alle positieve fantasieën en dagdromen omdat ze een uitdrukking zijn van onze behoeften, zodat we weten waar we naartoe moeten. Het enige probleem is dat deze positieve fantasieën en dagdromen onze energie opslokken. Ze zijn eigenlijk een belemmering voor onze werkelijke successen.”
Het werk van Otingen heeft wat gevallen gedocumenteerd waarin positief denken tot slechtere resultaten leidt. Raar maar waar: hoe positiever mensen aan een afslankprogramma beginnen, hoe minder kilo’s ze kwijtraakten. De keerzijde van positief denken strekt zich zelfs uit tot fysieke resultaten: Ouderen die dromen van een volledig herstel na hun heupoperatie zijn degenen die daarna de minste stappen kunnen zetten. Simpel gezegd, positief denken alleen werkt niet.
Averechts effect
Het coolste aan Otingens werk is dat ze heeft ontdekt waarom positieve fantasieën averechts werken: het mentaal simuleren van onze gewenste uitkomst doet ons denken dat we er al zijn, alsof we net al alle M&M’s hebben gegeten die we in gedachten nodig hebben. Positieve denkers ervaren dat deze gewenste toekomst er al is en daarom ontspannen ze zich.
Het dus is bijna alsof de simpele handeling van het ervaren van deze positieve fantasie, onze geest in de war brengt. Ons brein denkt dat we het al voor elkaar hebben, dus we hoeven er geen verdere energie in te stoppen. Natuurlijk rijst dan de vraag hoe we de energie terugkrijgen die we nodig hebben om onze doelen te realiseren?
Vreemd genoeg hebben we daarvoor een uitbarsting van negatief denken nodig. Net zoals Michael Phelps deed, is het voor het bereiken van onze persoonlijke doelen van belang om ook na te denken over de obstakels die ons pad kunnen blokkeren. Het is contra-intuïtief maar de obstakels op onze weg in het vizier hebben kan eigenlijk de trigger zijn om ze te overwinnen en alle positieve fantasieën te kunnen implementeren.
Mentaal contrasteren
De oplossing: onze positieve fantasieën gronden in de harde realiteit. Deze strategie noemt Otingen “mentaal contrasteren”: “Elke keer we een positieve ambitie voor onszelf hebben, moeten we dat doel mentaal afzetten tegen de realiteit van de situatie, de werkelijke obstakels op onze weg.”
We moeten dus alle obstakels durven simuleren, zowel de fysieke – zoals een bril die afvalt -, maar ook de mentale, zoals slechte gewoontes, angsten en foute neigingen. Dat is een cruciaal punt in mentaal contrasteren. Identificeer het innerlijke obstakel en ruim daarna de excuses op. Enkel zo krijgen we de nodige energie om deze obstakels werkelijk te overwinnen.
Genuanceerd positief denken
Mentaal contrasteren is dus niet alleen maar negatief denken en al helemaal niet piekeren over alle slechte dingen. Het is ervoor zorgen dat je de obstakels waarmee je geconfronteerd wordt, meeneemt in je plannen. Het is het afzetten van de harde realiteit van de wereld tegen wat je graag zou willen zien in de toekomst, en dat helpt je te bepalen of je visie echt haalbaar of de moeite waard is. Als het obstakel te moeilijk blijkt om te overwinnen, kan je het dankzij deze confrontatie loslaten zonder een slecht geweten te hebben. Zo komt je energie weer vrij om te investeren in meer haalbare wensen en doelen.
Zo wordt het dus een strategie om prioriteiten te stellen en doelen los te laten die simpelweg niet haalbaar zijn of een te grote kost vragen. Mentaal contrasteren kan ons helpen om onze doelen in lijn te krijgen met wat mogelijk is, wat echt de moeite waard is. Tevens mag mentaal contrasteren niet ervoor zorgen dat je opgeeft zodra het wat moeilijker wordt. Wel in tegendeel! Deze strategie kan essentieel zijn om door de zwaarste fysieke en mentale uitdagingen te komen omdat je ze in het visier hebt.
Ter inspiratie: De 200m vlinderslag finale voor mannen in 2008 op Youtube.